Fruitdorp Lauwerzijl

Een kern waar pit in zit

Het ontstaan van de omgeving (3)

In 1793 werden de gebroeders Teenstra van Zuurdijk eigenaars van het 44 ha grote poldertje.Deze voortvarende jonge boeren durfden het aan na veel tegenwerking en moeilijkheden te hebben overwonnen, om de zeven kilometer lange dijk langs de Hunze aan te leggen en zo alle kwelders van het oude Ruigezand (groot 368 ha) in te polderen. De nieuwe polder was door de ‘Oude Riet' in tweeën verdeeld. Dit water moest als afvoertocht blijven bestaan. Er werd een duiker door de dijk gemaakt, zodat het water naar het buitendijkse kon stromen. Bovengenoemde tocht is nog aanwezig en stroomt door de ‘Klief' in de Lauwers.

Vroeger heette deze tocht de ‘Olde Ryte', op oude kaarten wel ‘Olde Canaal' genoemd. Bij de Klief stonden de ‘snikhuisjes', dubbele arbeiderswoningen. Vermoedelijk heeft er in de Oude Riet een snik gevaren. Na het aanleggen van de dijk om de Ruigezandsterpolder lieten de beide broers Teenstra in 1796 twee boerderijen bouwen op de ‘Oude Plaats', waar eerder de twee behuizingen en schuren op de bekade kwelders stonden. De ene broer had toen 234.50 ha land en de andere 133.50 ha. Later zijn de beide boerderijen overgegaan in andere handen en is het land gehalveerd. In 1960 woonden op de boerderijen van voorheen de gebroeders Teenstra de families G. Meindertsma en F.P. Tammens, resp. Teenstraweg 7 en Teenstraweg 18.

Wij zijn vanuit het oude ‘Ruigezand' Lauwerzijl genaderd tot aan de ‘Klief'. Nu gaan we naar het westen, naar Munnekezijl. In 1471-1476 werd daar met de hulp van Monniken (er stond daar een klooster) weer een stuk van de zeearm de Lauwers afgesloten. Er werd een dijk aangelegd met in de dijk een sluis voor de in- en uitvarende schepen. Deze sluis is naar de Monniken genoemd. Na de Spaanse tijd verdwenen ook de monniken (omstreeks 1580). Toen men inzag dat de Monnikensluis van grote strategische betekenis was, werd er een bemande schans aangelegd. Die schans is in die onrustige jaren nogal eens van bezetter verwisseld (1580-1594). De Munnekezijlsterpolder is ontstaan in 1689. Daar de zeearm de Lauwers buiten de Monnikezijl begon dicht te slibben, werd de scheepvaart bemoeilijkt. In 1740 werd deze waterloop uitgediept, maar zonder resultaat.

Men besloot in 1754 om buitendijks een houten sluis te bouwen op de plaats waar de zeearm naar het noorden afzwaaide. De zeearm de Lauwers verliet de kwelders op de plaats die men nu de vierentwintig noemt. Ook de Fries-Groningse grens liep langs deze zeearm tot de vierentwintig. Later heeft men vanaf de vierentwintig een lijn getrokken uitkomende bij de Vierhuistertoren, waardoor de grens verlengd werd tot de Wilhelminatrap. Voorts besloot men vanaf de buitensluis een riet te graven en te bekaden, uitkomende in het Reitdiep (bij de overstap). De sluis buitendijks kreeg de toepasselijke naam ‘Buitensluis' (nu Lauwerzijl). De aangelegde riet naar het Reitdiep kreeg de naam Munnekezijlsterriet (nu de Lauwers). We zijn gekomen aan de plaats waar het om begonnen is, namelijk het ontstaan van de nieuwe Ruigezandsterpolder met daarin het dorpje Lauwerzijl.