Fruitdorp Lauwerzijl

Een kern waar pit in zit

Het ontstaan van de nieuwe Ruigezandsepolder

In 1655 liet Jhr. Onne van Alberda twee huizen bouwen met schuren ten noorden van de ‘Olde Ryte' en liet het omliggende overbeslikte gebied omkaden en verpachtte het. (Later zou hier het oude Ruigezand ontstaan). Toen lag aan de overzijde van de Grote Slijkril een door de stad Groningen bekaad eiland genaamd ‘De Stadspolle'. De boerderij die hier nu nog staat heet ‘De Pol'. Ook lag er verderop een verhoogde kwelder genaamd ‘De Plaat'. Boerderij ‘De Pol' die bij de Stadspolle behoorde, ook wel de kwelderplaats genoemd, was rondom bekaad en van grachten voorzien en met dubbele rijen hoge bomen, waartussen een dichte haag van esdoorns (de singels genaamd) groeide.

Ten zuiden van de boerderij binnen de Singels was een hof, waarin de vele schapen beschutting vonden, als de storm en de springgetijen de kwelders rondom overspoelden. Vaak moest men te paard en met een praam de geulen en slinken afgaan om het vee naar de hoogten te drijven en het van de verdrinkingsdood te redden. De schapenree, ‘t kampke en de ‘kolk' bij de boerderij herinneren er nog aan. Vooral de ‘Kolk' was toen belangrijk, omdat het vee op de kwelders hieruit dronk. De boerderij ‘De Pol' wordt nu bewoond door het derde geslacht Boerema.

Op 16 mei 1873 werd de aanleg van de provinciale dijk aanbesteed. Deze werd aangelegd tussen de Grote- of Nittershoek en de voormalige schans te Zoutkamp. In de dijk werden twee sluizen gemaakt; één voor het Friese en één voor het Groninger water. Nu was het mogelijk dat de beide provincies hun eigen waterpeil konden regelen. De buitensluis was niet meer nodig. Bij de ‘Overstap' werd de Lauwers van het Reitdiep afgesloten en de waterloop naar de Friese sluis verlegd. De Friese sluis zorgt voor de afwatering van 8300 ha land en voor het overtollige water van het Hoendiep.