Fruitdorp Lauwerzijl

Een kern waar pit in zit

Het ontstaan van de omgeving (2)

Na dit stukje historie gaan we weer richting ‘ ‘t Hoekje'. In de weg achter elke boerderij zit een verhoging, die vroeger toegang gaf naar de stenen boogbruggetjes, die hier naast de weg over de riet lagen en via de dijk toegang gaven naar de ‘Waardsterpolder' ten noorden van de ‘Ruigewaard'. Even als de boogbruggetjes (op één na) is ook de riet langs de weg verdwenen. Vroeger voer er een snik door deze riet. Een prachtige omgeving was het toen.

Daar was een verharde weg, waarlangs een vaarwatertje voorzien van 8 stenen boogbruggetjes, aan de noordkant beschut door de Hogedijk tegen de koude noordelijke winden. De snikvaarder die zijn scheepje voortboomde en links aan de zuidkant de statige boerderijen in het groen en dan ‘s avonds na het werk het vermaak van de boerenknechten en meiden, die dan bij elkaar buurten. Weinig is er nog over; zelfs de dijken die in dit polderlandschap horen spaart men niet. Ze worden radicaal afgegraven, of heel geniepig opgeruimd door elk jaar een stuk van de kruin naar beneden te ploegen. De afrasteringen worden op hebzuchtige manier halfweg de bermen aan de bomen gespijkerd. Niets blijft er over. Waar zijn de besturen en commissies die dit hadden kunnen voorkomen. Waarvoor worden zij betaald, of is het zoals de volksmond zegt: ‘Ze spelen te samen onder één hoed'?

Laat ons verder gaan door wat eens een dijkgat was met aan weerszijden een stenen muurtje waarin sleuven zaten, zodat bij hoog water houten balken in die sleuven konden worden gestoken. De balken lagen opgeslagen onder een afdakje in de buurt van het dijkgat. We gaan via de Langeweg richting Lauwerzijl door de Waardsterpolder en komen bij het 2e dijkgat en de Kadijk; ook hier is niets meer van over. Ongeveer 100 jaar na de indijking van de ‘Ruigewaard' heeft men een kadijk om de Waardsterpolder gelegd en in 1660 is deze kadijk door een zware zeedijk vervangen en was de Waardsterpolder definitief. De naam Kadijk is gebleven. De volgende landaanwinning was het ‘oude Ruigezand' te omkaden en er twee huizen met schuren op de hoge kwelders te bouwen, welke verpacht werden. De pachters hadden een slecht bestaan daar de zee telkens het ingekade land afknabbelde. In 1757 werd dit gebied bedijkt. Het oude Ruigezand was toen een poldertje van 44 ha groot.