Heine van Assen - zoon van Pieter van Assen

Heine was arbeider bij Enno Boerema. Toen de dorsmachine bij Boerema het koren uit de kapschuur ging dorsen, stond Heine in de ‘gol' te vorken. Zoals gewoonlijk kregen de ratten het benauwd, als het koren in de ‘gol''nog een meter hoog was. Als jongens stond je dan rond de ‘gol' en het was niets bijzonders als je met elkaar dan 100 vluchtende ratten doodsloeg. Deze keer overkwam het Heine dat er een rat in zijn broekspijp kroop. Hij merkte het niet eerder dan toen de rat onder zijn hemd op zijn rug zat. De man kreeg het zo te kwaad dat hij het uitschreeuwde van angst en afgrijzen. De medearbeiders grepen hem vast niet wetende wat er aan de hand was. Toen ze het doorkregen, hebben ze het dier op Heine zijn rug doodgeknepen.

Een tijd lang had Enno Boerema een grote koppel varkens op het land voor de boerderij aan de weg naar het perceeltje land. Daar waar varkens het voer kregen, waren ook de ratten. Heine ging 's avonds altijd het voer klaarmaken voor 's morgens. Hij deed dan het varkensmeel met water in een groot houten vat en roerde het met een schep door elkaar. Hij haalde de schep er weer uit en ‘s morgens was het dan een dikke pap. Eén keer vergat Heine de schep uit het varkensvoer te doen. De gladde steel van de schep leunde tegen de rand van het houten vat. Wat gebeurde er? Toen 's nachts de ratten op voedsel uitgingen, kropen ze over de rand van het vat langs de steel van de schep in het varkensvoer. Maar met hun natte meelpoten was het niet mogelijk weer bij de gladde steel omhoog te komen. Ze verdronken allen in het varkensvoer. Heine ving op die manier 154 ratten in één nacht. Wat er met de ratten gebeurd is, moeten we maar aan de varkens vragen. Het steekt hen niet zo nauw, wat er in de voerbak ligt.

Hoe het kwam wordt verder niet vermeld, maar Heine kwam tijdens de boeldag van Boer Bruins op 'Welkom'met zijn fiets voor een auto (veel auto's waren er nog niet) en brak zijn been. Hij werd direct naar de stad gebracht. Meester Bos, de buurman van Heine, moest het aan Heine's vrouw Jantje vertellen. Jantje, geheel overstuur, zei: 'Het is erg meester, heel erg, maar het allerergste is dat hij zulke zwarte voeten heeft.'